Datasets:

Modalities:
Tabular
Text
Formats:
csv
Languages:
Dutch
ArXiv:
Libraries:
Datasets
pandas
License:
Dataset Viewer
Auto-converted to Parquet
DOC_ID
string
law_id
string
law_name
string
hoofdstuk
string
hoofdstuk_titel
null
afdeling
null
afdeling_titel
null
paragraaf
null
paragraaf_titel
null
subparagraaf_titel
null
titel_titel
null
artikel
string
article_name
null
text
string
DOC0001
BWBR0001846
Wet afschaffing doodstraf
Artikel1
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 1
null
vervallen
DOC0002
BWBR0001846
Wet afschaffing doodstraf
Artikel2
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 2
null
de doodstraf wordt mede afgeschaft in de gevallen, waarin zij door de militaire strafwetten wordt bedreigd, doch alleen ten aanzien van misdrijven in tijd van vrede en niet voor den vijand gepleegd. niettemin blijft de doodstraf gehandhaafd in alle gevallen van oproer, opstand, zamenzwering, zamenrotting of muiterij, voorzien bij de artt. 85 tot 92 van het crimineel wetboek voor het krijgsvolk te water, voor zooverre deze misdrijven aan boord worden gepleegd in volle zee of in den vreemde ook in tijd van vrede.
DOC0003
BWBR0001846
Wet afschaffing doodstraf
Artikel3
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 3
null
vervallen
DOC0004
BWBR0001846
Wet afschaffing doodstraf
Artikel4
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 4
null
vervallen
DOC0005
BWBR0001846
Wet afschaffing doodstraf
Artikel5
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 5
null
vervallen
DOC0006
BWBR0001846
Wet afschaffing doodstraf
Artikel6
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 6
null
vervallen
DOC0007
BWBR0001846
Wet afschaffing doodstraf
Artikel7
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 7
null
de doodstraf, door de militaire strafwetten bedreigd, wordt, in de gevallen, voorzien bij het eerste lid van art. 2, vervangen: die met den strop door militaire gevangenisstraf van ten hoogste twintig jaren; die met den kogel door militaire gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren.
DOC0008
BWBR0001846
Wet afschaffing doodstraf
Artikel8
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 8
null
vervallen
DOC0009
BWBR0001851
Wet rechten burgerlijke stand
Artikel1
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 1
null
geene gelden mogen worden geheven ter zake van het opmaken van akten of andere verrigtingen van den ambtenaar van den burgerlijken stand, behalve in de gevallen en op de wijze bij of krachtens deze wet voorzien.
DOC0010
BWBR0001851
Wet rechten burgerlijke stand
Artikel2
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 2
null
er is een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen recht verschuldigd voor elk afschrift van een akte van de burgerlijke stand als bedoeld in artikel 23b, tweede lid, van boek 1 van het burgerlijk wetboek; voor elk uittreksel als bedoeld in artikel 23b, eerste lid, van boek 1 van het burgerlijk wetboek; voor elke verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 49a van boek 1 van het burgerlijk wetboek; voor elke attestatie de vita, als bedoeld in artikel 19k van boek 1 van het burgerlijk wetboek en voor elk meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand; voor elk meertalig modelformulier als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (eu) nr. 2016/1191 van het europees parlement en de raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de europese unie en tot wijziging van
DOC0011
BWBR0001851
Wet rechten burgerlijke stand
Artikel2
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 2
null
verordening nr. 1024/2012 (pbeu 2016, l 200). afschriften van of uittreksels uit huwelijksakten of akten van omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk worden ten behoeve van het kerkelijk huwelijk kosteloos uitgegeven, mits van de bestemming uit het stuk zelve blijke en zij alzoo tot geen ander einde kunnen worden gebruikt. van de betaling van deze regten zijn vrijgesteld: zij, die het aangevraagde afschrift of uittreksel noodig hebbende in hun persoonlijk belang, van hun onvermogen doen blijken door een getuigschrift, door den burgemeester hunner woon- of verblijfplaats afgegeven; de openbare ambtenaren, besturen en instellingen wegens de afschriften of uittreksels, door hen aangevraagd in het openbaar belang.
DOC0012
BWBR0001851
Wet rechten burgerlijke stand
Artikel3
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 3
null
de regten, krachtens art. 2 geheven, komen ten bate van de gemeentekas. zij worden door den ambtenaar van den burgerlijken stand bij de uitreiking van het afschrift of uittreksel, op welk stuk het verschuldigd bedrag wordt vermeld, ingevorderd en op de wijze, door ons te bepalen, verantwoord.
DOC0013
BWBR0001851
Wet rechten burgerlijke stand
Artikel4
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 4
null
er wordt minstens tweemaal 's weeks in de gemeenten boven de tien duizend zielen en minstens eenmaal 's weeks in alle andere gelegenheid gegeven tot kostelooze huwelijksvoltrekking, registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap. de ambtenaar van den burgerlijken stand bepaalt de dagen en de uren daarvoor bestemd.
DOC0014
BWBR0001851
Wet rechten burgerlijke stand
Artikel5
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 5
null
het lokaal, in het huis der gemeente voor de huwelijksvoltrekking, registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap bestemd, wordt door het college van burgemeester en wethouders beschikbaar gesteld. voor huwelijksvoltrekking, registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap, op andere tijd of andere wijze dan waarop zij ingevolge het voorschrift van het voorafgaande artikel kosteloos plaats heeft, kan door de gemeente een recht worden geheven als bedoeld in artikel 229 van de gemeentewet (stb 1992, 96).
DOC0015
BWBR0001851
Wet rechten burgerlijke stand
Artikel6
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 6
null
deze wet treedt in werking op een nader door ons te bepalen tijdstip. met het in werking treden dezer wet zijn het keizerlijk decreet van 12 julij 1807 en alle andere verordeningen tot de heffing van regt ter zake van het opmaken van akten of andere verrigtingen van den burgerlijken stand vervallen.
DOC0016
BWBR0001851
Wet rechten burgerlijke stand
Artikel7
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 7
null
deze wet kan worden aangehaald als: wet rechten burgerlijke stand.
DOC0017
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 1
null
de schuldenaar, die in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, wordt, hetzij op eigen aangifte, hetzij op verzoek van een of meer zijner schuldeisers, bij rechterlijk vonnis in staat van faillissement verklaard. de faillietverklaring kan ook worden uitgesproken, om redenen van openbaar belang, op verzoek van het openbaar ministerie.
DOC0018
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 2
null
de faillietverklaring geschiedt door de rechtbank van de woonplaats des schuldenaars. indien de schuldenaar zich buiten het rijk in europa heeft begeven, is de rechtbank zijner laatste woonplaats bevoegd. ten aanzien van vennoten onder ene firma is de rechtbank, binnen welker gebied het kantoor der vennootschap is gevestigd, mede bevoegd. indien de schuldenaar binnen het rijk in europa geen woonplaats heeft, doch aldaar een beroep of bedrijf uitoefent, is de rechtbank, binnen welker gebied hij een kantoor heeft, bevoegd. wordt in het geval van het derde of vierde lid door meer dan één daartoe bevoegde rechtbank op verschillende dagen de faillietverklaring uitgesproken, dan heeft alleen de eerst gedane uitspraak rechtsgevolgen. heeft de uitspraak van verschillende rechtbanken op dezelfde dag plaats, dan heeft alleen de uitspraak van de rechtbank, die in de wet van 10 augustus 1951, stb. 347 het eerst genoemd wordt, rechtsgevolgen.
DOC0019
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 3
null
indien een verzoek tot faillietverklaring een natuurlijke persoon betreft en hij geen verzoek heeft ingediend tot het uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling bedoeld in titel iii, geeft de griffier de schuldenaar terstond bij brief kennis dat hij binnen veertien dagen na de dag van de verzending van die brief alsnog een verzoek als bedoeld in artikel 284 kan indienen. de behandeling van het verzoek tot faillietverklaring wordt geschorst totdat de in het eerste lid bedoelde termijn is verstreken.
DOC0020
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 3a
null
indien een verzoek tot faillietverklaring en een verzoek tot het uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling bedoeld in titel iii gelijktijdig aanhangig zijn, komt eerst het laatste in behandeling. de behandeling van het verzoek tot faillietverklaring wordt geschorst totdat bij in kracht van gewijsde gegane uitspraak is beslist op het verzoek tot het uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling. het verzoek tot faillietverklaring vervalt van rechtswege door de uitspraak tot de definitieve toepassing van de schuldsaneringsregeling.
DOC0021
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 3b
null
de artikelen 3 en 3a blijven buiten toepassing indien een verzoek tot faillietverklaring een schuldenaar betreft ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling van toepassing is.
DOC0022
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 3d
null
als een eigen aangifte of een verzoek tot faillietverklaring en een verzoek tot aanwijzing van een herstructureringsdeskundige als bedoeld in artikel 371 gelijktijdig aanhangig zijn, komt eerst het laatste in behandeling. de behandeling van de eigen aangifte of het verzoek tot faillietverklaring wordt in ieder geval geschorst totdat de rechtbank heeft beslist op het verzoek tot aanwijzing van de herstructureringsdeskundige. wijst de rechtbank het verzoek toe, dan kondigt zij daarbij tevens overeenkomstig artikel 376 een afkoelingsperiode af en blijft de schorsing tijdens die periode van kracht.
DOC0023
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 4
null
de aangifte tot faillietverklaring wordt gedaan en het verzoek daartoe ingediend ter griffie en met de meeste spoed in raadkamer behandeld. het openbaar ministerie wordt daarop gehoord. indien de aangifte tot faillietverklaring wordt gedaan door een natuurlijk persoon, stelt de griffier deze terstond ervan in kennis dat hij, onverminderd artikel 15b, eerste lid, een verzoek als bedoeld in artikel 284 kan indienen. een schuldenaar die gehuwd is of een geregistreerd partnerschap is aangegaan kan slechts aangifte doen met medewerking van zijn echtgenoot onderscheidenlijk geregistreerde partner tenzij iedere gemeenschap tussen echtgenoten onderscheidenlijk geregistreerde partners, is uitgesloten. ten aanzien ener vennootschap onder ene firma, moet de aangifte inhouden de naam en de woonplaats van elk der hoofdelijk voor het geheel verbonden vennoten. de aangifte of het verzoek tot faillietverklaring bevat zodanige gegevens dat de rechter kan beoordelen of hem rechtsmacht toekomt op grond van de verordening, genoemd in artikel 5, derde lid.
DOC0024
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 4
null
het vonnis van faillietverklaring wordt ter openbare zitting uitgesproken en is bij voorraad, op de minuut uitvoerbaar, niettegenstaande enige daartegen gerichte voorziening.
DOC0025
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 5
null
de verzoeken, bedoeld in het vorige artikel en in de artikelen 5a, 8, 9, 10, 11, 15c, tweede lid, 42a, 67, 155, 166, 198, 206, 371, eerste lid, 376, eerste lid, 378, eerste lid, 379, eerste lid, en 383, eerste lid, worden ingediend door een advocaat. het eerste lid is niet van toepassing op een hoger beroep dat wordt ingesteld tegen een beschikking van de rechter-commissaris, houdende machtiging aan de curator tot opzegging van een arbeidsovereenkomst. verzoeken op de voet van de artikelen 46, 72, tweede lid, onder e, en 77, vierde lid, van de verordening (eu) 2015/848 van het europees parlement en de raad van 20 mei 2015 betreffende insolventieprocedures (pbeu 2015, l 141) worden ingediend door een advocaat.
DOC0026
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 5a
null
een verzoek tot opening van een groepscoördinatieprocedure als bedoeld in artikel 61 van de in artikel 5, derde lid, genoemde verordening kan worden gedaan door een insolventiefunctionaris bij de rechtbank, aangewezen in artikel 2. tegen een beslissing van de rechtbank als bedoeld in artikel 77, vierde lid, van de in artikel 5, derde lid, genoemde verordening, kan een bij de groepscoördinatieprocedure betrokken insolventiefunctionaris gedurende acht dagen, na de dag waarop die beslissing is genomen, in hoger beroep komen. het hoger beroep wordt ingesteld bij verzoek, in te dienen ter griffie van het rechtscollege dat bevoegd is van de zaak kennis te nemen. de rechter beveelt in geval van een mondelinge behandeling de oproeping van de verzoeker in hoger beroep, de bij de groepscoördinatieprocedure betrokken coördinator en de in eerste aanleg in de procedure verschenen belanghebbenden. de griffier zendt onverwijld een afschrift van de beslissing op het verzoek, bedoeld in het
DOC0027
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 5a
null
derde lid, aan de rechtbank.
DOC0028
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 6
null
de rechtbank kan bevelen, dat de schuldenaar worde opgeroepen, om in persoon of bij gemachtigde gehoord te worden. de griffier doet de oproeping op de wijze, bij algemene maatregel van bestuur te bepalen. is buiten nederland een hoofdinsolventieprocedure geopend op de voet van artikel 3, eerste lid, van de in artikel 5, derde lid, genoemde verordening, dan stelt de griffier de insolventiefunctionaris of de schuldenaar als bedoeld in artikel 2, onder 3, van de in artikel 5, derde lid, genoemde verordening in de hoofdinsolventieprocedure onverwijld schriftelijk in kennis van de aanvraag onder mededeling dat deze zijn zienswijze binnen een daartoe door de rechter bepaalde termijn kenbaar kan maken. indien de schuldenaar, die is opgeroepen om gehoord te worden, gehuwd is of een geregistreerd partnerschap is aangegaan, is zijn echtgenoot onderscheidenlijk geregistreerde partner mede bevoegd om in persoon of bij gemachtigde te verschijnen. de faillietverklaring wordt uitgesproken, indien summierlijk blijkt van
DOC0029
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 6
null
het bestaan van feiten of omstandigheden, welke aantonen, dat de schuldenaar in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, en, zo een schuldeiser het verzoek doet, ook van het vorderingsrecht van deze. ontleent de nederlandse rechter zijn rechtsmacht aan de in artikel 5, derde lid, genoemde verordening, dan wordt in het vonnis van faillietverklaring vermeld of het een hoofdinsolventieprocedure dan wel een territoriale insolventieprocedure in de zin van de verordening betreft.
DOC0030
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 7
null
hangende het onderzoek kan de rechtbank de verzoeker desverlangd verlof verlenen de boedel te doen verzegelen. zij kan daaraan de voorwaarde van zekerheidstelling tot een door haar te bepalen bedrag, verbinden. de verzegeling geschiedt door een bij dit verlof aan te wijzen notaris. buiten de verzegeling blijven zaken die onder artikel 21 vallen; in het proces-verbaal wordt een korte beschrijving daarvan opgenomen.
DOC0031
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 8
null
de schuldenaar, die in staat van faillissement is verklaard, nadat hij op de aanvraag tot faillietverklaring is gehoord, heeft gedurende acht dagen, na de dag der uitspraak, recht van hoger beroep. zo hij niet is gehoord, heeft hij gedurende veertien dagen, na de dag der uitspraak, recht van verzet. indien hij tijdens de uitspraak zich niet binnen het rijk in europa bevindt, wordt die termijn verlengd tot een maand. van het vonnis, op het verzet gewezen, kan hij gedurende acht dagen, na de dag der uitspraak, in hoger beroep komen. het verzet of hoger beroep wordt ingesteld door indiening van een verzoek ter griffie van het rechtscollege, dat van de zaak kennis moet nemen. de voorzitter bepaalt terstond dag en uur voor de behandeling. de schuldenaar, de schuldeiser die het faillissement heeft verzocht, en, in geval van verzet, de curator, worden opgeroepen op de wijze bepaald in de artikelen 271
DOC0032
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 8
null
tot en met 277 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering. de behandeling geschiedt op de wijze bij artikel 4 voorgeschreven.
DOC0033
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 9
null
bij afwijzing van de aangifte of aanvraag tot faillietverklaring bestaat recht van hoger beroep, gedurende acht dagen na de dag der afwijzing. hetzelfde geldt bij vernietiging der faillietverklaring ten gevolge van verzet, in welk geval van het hoger beroep door de griffier van het gerechtshof, waarbij het is aangebracht, onverwijld wordt kennis gegeven aan de griffier van de rechtbank die de vernietiging heeft uitgesproken. de instelling en behandeling van het hoger beroep geschiedt op de wijze in de artikelen 4 en 6 voorgeschreven.
DOC0034
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 10
null
elk schuldeiser, met uitzondering van hem die de faillietverklaring heeft verzocht, en elk belanghebbende heeft tegen de faillietverklaring recht van verzet gedurende acht dagen na de dag der uitspraak. het verzet wordt ingesteld door indiening van een verzoek ter griffie van het rechtscollege, dat de faillietverklaring heeft uitgesproken. de voorzitter bepaalt terstond dag en uur voor de behandeling. de schuldenaar, de schuldeiser die het faillissement heeft verzocht, de curator en de schuldeiser of belanghebbende die het verzet heeft ingesteld, worden opgeroepen op de wijze bepaald in de artikelen 271 tot en met 277 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering. de behandeling geschiedt op de wijze bij artikel 4 voorgeschreven.
DOC0035
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 11
null
de schuldeiser of de belanghebbende, wiens in het vorige artikel bedoeld verzet door de rechtbank is afgewezen, heeft recht van hoger beroep, gedurende acht dagen na de dag der afwijzing. hetzelfde geldt, bij vernietiging der faillietverklaring door de rechtbank ten gevolge van dat verzet, voor de schuldenaar, de schuldeiser, die de faillietverklaring verzocht heeft, en het openbaar ministerie, in welk geval tevens het tweede lid van artikel 9 van toepassing is. de instelling en behandeling van het hoger beroep geschiedt op de wijze in de artikelen 4 en 6 voorgeschreven. is het verzet bij het gerechtshof gedaan, dan is hoger beroep uitgesloten.
DOC0036
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 12
null
van het arrest, door het gerechtshof gewezen, kunnen de schuldenaar, de schuldeiser die de faillietverklaring verzocht, de in art. 10 bedoelde schuldeiser of belanghebbende en het openbaar ministerie, gedurende acht dagen na de dag der uitspraak, in cassatie komen. het beroep in cassatie wordt aangebracht en behandeld op de wijze bepaald in de artikelen 426 tot en met 429 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering. indien de cassatie is gericht tegen een arrest, houdende vernietiging van het vonnis van faillietverklaring, geeft de griffier van de hoge raad van het verzoek tot cassatie onverwijld kennis aan de griffier van het gerechtshof dat de vernietiging heeft uitgesproken.
DOC0037
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 13
null
indien ten gevolge van verzet, hoger beroep of cassatie de faillietverklaring wordt vernietigd, blijven niettemin geldig en verbindend voor de schuldenaar de handelingen, door de curator verricht vóór of op de dag, waarop aan het voorschrift tot aankondiging overeenkomstig artikel 15 is voldaan. hangende het verzet, het hoger beroep of de cassatie kan geen raadpleging over een akkoord plaats hebben, noch tot de vereffening van de boedel buiten toestemming van de schuldenaar worden overgegaan.
DOC0038
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 13a
null
indien de faillietverklaring wordt vernietigd wordt de opzegging van een arbeidsovereenkomst door een curator, in afwijking van artikel 13, eerste lid, met terugwerkende kracht beheerst door de wettelijke of overeengekomen regels die van toepassing zijn buiten faillissement, met dien verstande dat de termijnen, bedoeld in artikel 686a, vierde lid, van boek 7 van het burgerlijk wetboek, aanvangen op het tijdstip waarop het faillissement wordt vernietigd.
DOC0039
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 14
null
het vonnis van faillietverklaring houdt in de benoeming van een of meer leden van de rechtbank tot rechter-commissaris in het faillissement, en de aanstelling van een of meer curators. de rechter die de faillietverklaring uitspreekt, geeft in de uitspraak tevens last aan de curator tot het openen van aan de gefailleerde gerichte brieven en telegrammen. de rechtbank vermeldt op het vonnis het tijdstip van de faillietverklaring tot op de minuut nauwkeurig. van de faillietverklaring wordt door de griffier onverwijld kennis gegeven aan het postvervoerbedrijf of de postvervoerbedrijven die zijn aangewezen als verlener van de universele postdienst, alsmede de andere geregistreerde postvervoerbedrijven, bedoeld in de postwet 2009. in de kennisgeving wordt melding gemaakt van de in het vorige lid bedoelde last. een uittreksel uit het vonnis van faillietverklaring, houdende vermelding van de naam, de woonplaats of het kantoor en het beroep van de gefailleerde, van de naam van de rechter-commissaris, van
DOC0040
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 14
null
de naam en de woonplaats of het kantoor des curators, van de dag der uitspraak, alsmede van de naam, het beroep en de woonplaats of het kantoor van ieder lid der voorlopige commissie uit de schuldeisers, zo er een benoemd is, wordt door de curator onverwijld geplaatst in de nederlandsche staatscourant. op verzoek van een insolventiefunctionaris of een schuldenaar als bedoeld in artikel 2, onder 3 en 5, van de in artikel 5, derde lid, genoemde verordening geeft de griffier van de rechtbank den haag onverwijld in de staatscourant kennis van de in artikel 28 van die verordening bedoelde gegevens. een zodanige kennisgeving vindt in elk geval plaats wanneer de schuldenaar in nederland een vestiging heeft in de zin van artikel 2, onder 10, van de in de eerste zin bedoelde verordening. de gegevens, bedoeld in de eerste zin, worden aan de griffier verstrekt in de nederlandse, engelse, duitse of
DOC0041
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 14
null
franse taal. de rechtbank stelt op grond van het eerste lid een curator aan die adequaat is opgeleid en over de voor zijn taken vereiste deskundigheid beschikt. bij de aanstelling: houdt de rechtbank rekening met de specifieke kenmerken van de zaak, waaronder eventuele grensoverschrijdende elementen, en de ervaring en deskundigheid van de curator; en hanteert de rechtbank een procedure en voorwaarden die duidelijk, transparant en rechtvaardig zijn.
DOC0042
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 14b
null
benoemt de rechtbank meerdere rechters-commissarissen, dan zijn zij zowel afzonderlijk als tezamen bevoegd om de in deze wet genoemde bevoegdheden uit te oefenen.
DOC0043
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 15
null
zodra een vonnis van faillietverklaring ten gevolge van verzet, hoger beroep of cassatie is vernietigd, en in de twee eerste gevallen de termijn, om in hoger beroep of in cassatie te komen, verstreken is zonder dat daarvan gebruik is gemaakt, wordt door de griffier van het rechtscollege, dat de vernietiging heeft uitgesproken, van die uitspraak kennis gegeven aan de curator en aan het postvervoerbedrijf of de postvervoerbedrijven die zijn aangewezen als verlener van de universele postdienst, alsmede de andere geregistreerde postvervoerbedrijven, bedoeld in de postwet 2009. gelijke kennisgeving geschiedt, in geval van vernietiging van een vonnis van faillietverklaring in hoger beroep of cassatie, aan de griffier van de rechtbank, die het vonnis heeft gewezen. de rechter, die de vernietiging van een vonnis van faillietverklaring uitspreekt, stelt tevens het bedrag vast van de faillissementskosten en van het salaris des curators. hij brengt dit bedrag ten laste van degene, die de faillietverklaring
DOC0044
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 15
null
heeft aangevraagd, van de schuldenaar, of van beide in de door de rechter te bepalen verhouding. artikel 71, derde lid, is van overeenkomstige toepassing. tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. een bevelschrift van tenuitvoerlegging zal daarvan worden uitgegeven ten behoeve van de curator.
DOC0045
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 15a
null
wordt faillietverklaring in hoger beroep of in cassatie uitgesproken met vernietiging van een vonnis of arrest, waarbij de aangifte of aanvrage tot faillietverklaring werd afgewezen, dan geeft de griffier van het rechtscollege, dat de faillietverklaring uitspreekt, van die uitspraak kennis aan de griffier van de rechtbank, waarbij de aangifte of aanvrage is ingediend.
DOC0046
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 15b
null
indien redelijkerwijs niet geoordeeld kan worden dat de gefailleerde wegens hem toe te rekenen omstandigheden binnen de termijn bedoeld in artikel 3, eerste lid, geen verzoek tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling heeft ingediend of indien het faillissement is uitgesproken op eigen aangifte van de schuldenaar, kan de rechtbank, totdat de verificatievergadering is gehouden of, indien de verificatievergadering achterwege blijft, totdat de rechter-commissaris de beschikkingen als bedoeld in artikel 137a, eerste lid, heeft gegeven, op verzoek van de gefailleerde diens faillissement opheffen onder het gelijktijdig uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling bedoeld in titel iii. de gefailleerde dient daartoe een verzoek als bedoeld in artikel 284 in bij de rechtbank waar de aangifte of het verzoek tot faillietverklaring werd ingediend. het derde lid van artikel 284 is niet van toepassing. het eerste lid is niet van toepassing: indien het faillissement is uitgesproken terwijl de schuldsaneringsregeling ten aanzien
DOC0047
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 15b
null
van de schuldenaar van toepassing was; indien de schuldenaar in staat van faillissement verkeert door beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling; indien het faillissement is uitgesproken op grond van artikel 340, vierde lid. alvorens te beslissen kan de rechtbank de gefailleerde, de rechter-commissaris en de curator oproepen om te worden gehoord. artikel 6, tweede lid, is van toepassing. bij toewijzing van het verzoek, spreekt de rechtbank de definitieve toepassing van de schuldsaneringsregeling uit. van de opheffing van het faillissement wordt door de griffier kennis gegeven in de aankondiging die is voorgeschreven in artikel 293. indien in het faillissement overeenkomstig artikel 108 reeds het tijdstip voor de verificatievergadering was bepaald, zal in die aankondiging tevens mededeling worden gedaan dat die verificatievergadering niet zal worden gehouden.
DOC0048
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 15c
null
tegen het vonnis, houdende uitspraak tot de opheffing van het faillissement en tot de toepassing van de schuldsaneringsregeling, kunnen noch door schuldeisers noch door andere belanghebbenden rechtsmiddelen worden ingesteld. indien de toepassing van de schuldsaneringsregeling niet is uitgesproken, heeft de gefailleerde gedurende acht dagen na de dag van de uitspraak het recht van hoger beroep. het hoger beroep wordt ingesteld door indiening van een verzoek ter griffie van het gerechtshof, dat van de zaak kennis moet nemen. de griffier van het gerechtshof geeft van die indiening onverwijld kennis aan de griffier van de rechtbank. de voorzitter bepaalt terstond dag en uur voor de behandeling, welke zal moeten plaatshebben binnen twintig dagen na de dag van de indiening van het verzoek. de uitspraak vindt niet later plaats dan op de achtste dag na die van de behandeling van het verzoek ter zitting. van het arrest van het gerechtshof wordt door de
DOC0049
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 15c
null
griffier onverwijld mededeling gedaan aan de griffier van de rechtbank. indien het gerechtshof het faillissement handhaaft, kan de schuldenaar gedurende acht dagen na die van de uitspraak in cassatie komen. het beroep in cassatie wordt ingesteld door indiening van een verzoek ter griffie van de hoge raad. de voorzitter bepaalt terstond dag en uur voor de behandeling. de griffier van de hoge raad geeft van het beroep in cassatie en van de uitspraak van de hoge raad onverwijld kennis aan de griffier van de rechtbank. zolang niet op het verzoek bedoeld in artikel 15b, tweede lid, is beslist en, indien de schuldsaneringsregeling niet is uitgesproken, hangende het hoger beroep of de cassatie, kan in het faillissement geen raadpleging over een akkoord plaatshebben, noch tot uitdeling aan de schuldeisers worden overgegaan.
DOC0050
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 15d
null
indien het faillissement wordt opgeheven onder het gelijktijdig uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling, gelden de volgende regelen: handelingen door de curator tijdens het faillissement verricht, blijven geldend en verbindend; boedelschulden, gedurende het faillissement ontstaan, gelden ook in de schuldsaneringsregeling als boedelschulden; in het faillissement ingediende vorderingen gelden als ingediend in de schuldsaneringsregeling. het tijdstip, waarop de termijnen vermeld in de artikelen 43 en 45 aanvangen, wordt berekend met ingang van de dag van de faillietverklaring.
DOC0051
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 16
null
indien niet voldoende baten beschikbaar zijn voor de voldoening van de faillissementskosten en de overige boedelschulden, kan de rechtbank, op voordracht van de rechter-commissaris en na de schuldeiserscommissie, zo die er is, gehoord te hebben, bevelen, hetzij de kosteloze behandeling, hetzij, na verhoor of behoorlijke oproeping van de gefailleerde, en in dit geval bij beschikking in het openbaar uit te spreken, de opheffing van het faillissement. de rechter, die de opheffing van het faillissement beveelt, stelt tevens het bedrag van de faillissementskosten vast en - zo daartoe gronden aanwezig zijn - van het salaris van de curator. hij brengt deze bedragen ten laste van de schuldenaar. zij worden bij voorrang boven alle andere schulden voldaan. artikel 71, derde lid, is van overeenkomstige toepassing. tegen deze vaststelling staat geen rechtsmiddel open. een bevelschrift van tenuitvoerlegging zal daarvan worden uitgegeven ten behoeve van de curator. in afwijking van hetgeen in het tweede
DOC0052
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 16
null
lid is bepaald, komen de kosten van de in deze titel bevolen publicaties, voorzover deze niet uit de boedel kunnen worden voldaan, ten laste van de staat. de griffier van het rechtscollege dat de opheffing heeft bevolen, draagt zorg voor de voldoening van het door de rechtbank vast te stellen bedrag dat ten laste van de staat komt.
DOC0053
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 17
null
het bevel tot kosteloze behandeling van het faillissement heeft ten gevolge vrijstelling van griffiekosten.
DOC0054
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 18
null
de beschikking, bevelende de opheffing van het faillissement, wordt op dezelfde wijze openbaar gemaakt als het vonnis van faillietverklaring en daartegen kunnen de schuldenaar en de schuldeisers op dezelfde wijze en binnen dezelfde termijnen opkomen, als bepaald is ten aanzien van het vonnis, waarbij een faillietverklaring wordt geweigerd. indien na een dergelijke opheffing opnieuw aangifte of – binnen drie jaar – aanvraag tot faillietverklaring wordt gedaan, is de schuldenaar of de aanvrager verplicht aan te tonen, dat er voldoende baten aanwezig zijn om de kosten van het faillissement te bestrijden.
DOC0055
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 19
null
er wordt een centraal openbaar register bijgehouden, ten behoeve waarvan de griffier van de rechtbank, voor ieder faillissement afzonderlijk, met vermelding van de dagtekening, de volgende gegevens inschrijft: een uittreksel van de rechterlijke beslissingen, waarbij de faillietverklaring uitgesproken of de uitgesprokene weder opgeheven is; de summiere inhoud en de homologatie van het akkoord; de ontbinding van het akkoord; het bedrag van de uitdelingen bij vereffening; de opheffing van het faillissement ingevolge artikel 15b of artikel 16; de rehabilitatie; de vereisten vermeld in artikel 24, tweede lid, van de in artikel 5, derde lid, genoemde verordening; bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aan te wijzen stukken. omtrent vorm en inhoud van het centrale register worden door ons bij algemene maatregel van bestuur nadere regels gegeven. de griffier is verplicht aan ieder kosteloze inzage van het centrale register en tegen betaling een uittreksel daaruit te verstrekken. de griffier geeft de in
DOC0056
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 19
null
het eerste lid genoemde gegevens door aan onze minister van justitie of een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen ander orgaan ten behoeve van het centrale register.
DOC0057
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 19a
null
door onze minister van justitie of, indien ingevolge artikel 19, vierde lid, een ander orgaan is aangewezen, door dat orgaan, wordt het centrale register gehouden, waarin de in artikel 19, eerste lid, genoemde gegevens worden ingeschreven.
DOC0058
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 19b
null
in het geval, bedoeld in artikel 14, vierde lid, worden de gegevens met betrekking tot de daar bedoelde insolventieprocedure door de griffier van de rechtbank den haag ingeschreven in het register.
DOC0059
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 20
null
het faillissement omvat het gehele vermogen van de schuldenaar ten tijde van de faillietverklaring, alsmede hetgeen hij gedurende het faillissement verwerft.
DOC0060
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 21
null
niettemin blijven buiten het faillissement: de niet-bovenmatige roerende zaken en gezelschapsdieren vermeld in artikel 447 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, tenzij in het faillissement schuldeisers opkomen wegens vorderingen vermeld in artikel 448 van genoemd wetboek, alsmede het auteursrecht in de gevallen waarin het niet vatbaar is voor beslag; hetgeen de gefailleerde door persoonlijke werkzaamheid, of als bezoldiging wegens een ambt of bediening, of als soldij, gagement, pensioen of onderstand, gedurende het faillissement verkrijgt, indien en voorzover de rechter-commissaris zulks bepaalt; de gelden, die aan de gefailleerde verstrekt worden ter voldoening aan een wettelijke onderhoudsplicht; een door de rechter-commissaris te bepalen bedrag uit de opbrengst van het in artikel 253l, eerste en tweede lid, van boek 1 van het burgerlijk wetboek bedoelde vruchtgenot, ter bestrijding van de in artikel 253l, derde lid van boek 1 van dat wetboek vermelde lasten en van de kosten van verzorging en opvoeding van het
DOC0061
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 21
null
kind. het ingevolge artikel 642c van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering in de kas der gerechtelijke consignaties gestorte bedrag; de goederen bedoeld in artikel 60a, derde lid; een aanspraak op het tegoed van een lijfrenterekening of op de waarde van een lijfrentebeleggingsrecht als bedoeld in artikel 1.7, eerste lid, onderdeel b, van de wet inkomstenbelasting 2001 voor zover de ter zake ingelegde bedragen voor de heffing van de inkomstenbelasting in aanmerking konden worden genomen voor de bepaling van het belastbare inkomen uit werk en woning.
DOC0062
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 22
null
in het vorige artikel wordt onder «gefailleerde» mede begrepen de echtgenoot of de geregistreerde partner van de in enige gemeenschap van goederen gehuwde onderscheidenlijk als partner geregistreerde.
DOC0063
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 22a
null
ten aanzien van een overeenkomst van levensverzekering vallen voorts buiten de boedel: het recht op het doen afkopen van een levensverzekering voorzover de begunstigde of de verzekeringnemer door afkoop onredelijk benadeeld wordt; het recht om de begunstiging te wijzigen, tenzij de wijziging geschiedt ten behoeve van de boedel en de begunstigde of de verzekeringnemer daardoor niet onredelijk benadeeld wordt; het recht om de verzekering te belenen. voor de uitoefening van het recht op het doen afkopen en het recht om de begunstiging te wijzigen, behoeft de curator de toestemming van de rechter-commissaris, die daarbij zonodig vaststelt tot welk bedrag deze rechten mogen worden uitgeoefend. slechts met schriftelijke toestemming van de verzekeringnemer is de curator bevoegd tot overdracht van de verzekering. indien de curator de begunstiging heeft gewijzigd, vervalt deze wijziging met de beëindiging van het faillissement. indien de begunstiging na de faillietverklaring onherroepelijk wordt, kan deze onherroepelijkheid niet aan de
DOC0064
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 22a
null
boedel worden tegengeworpen. de verzekeraar is verplicht een uitkering, waarop de begunstiging betrekking heeft, onder zich te houden. voor zover vaststaat dat de begunstiging niet zal worden gewijzigd, blijven de eerste en de tweede volzin buiten toepassing. ten aanzien van de begunstigde is artikel 69 van overeenkomstige toepassing. in afwijking van het vierde lid, tweede zin, kan de verzekeraar een betaling aan de begunstigde tegenwerpen aan de boedel, voorzover de curator niet bewijst dat de verzekeraar op het tijdstip van betaling op de hoogte was van het faillissement of van een daaraan voorafgegaan beslag ten laste van de verzekeringnemer. in dat geval heeft de curator verhaal op de begunstigde.
DOC0065
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 23
null
door de faillietverklaring verliest de schuldenaar van rechtswege de beschikking en het beheer over zijn tot het faillissement behorend vermogen, te rekenen van de dag waarop de faillietverklaring wordt uitgesproken, die dag daaronder begrepen.
DOC0066
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 24
null
voor verbintenissen van de schuldenaar, na de faillietverklaring ontstaan, is de boedel niet aansprakelijk dan voorzover deze ten gevolge daarvan is gebaat.
DOC0067
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 25
null
rechtsvorderingen, welke rechten of verplichtingen tot de failliete boedel behorende ten onderwerp hebben, worden zowel tegen als door de curator ingesteld. indien zij, door of tegen de gefailleerde ingesteld of voortgezet, een veroordeling van de gefailleerde ten gevolge hebben, heeft die veroordeling tegenover de failliete boedel geen rechtskracht.
DOC0068
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 26
null
rechtsvorderingen, die voldoening van een verbintenis uit de boedel ten doel hebben, kunnen gedurende het faillissement ook tegen de gefailleerde op geen andere dan een in artikel 110 bepaalde wijze worden ingesteld.
DOC0069
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 27
null
indien de rechtsvordering tijdens de faillietverklaring aanhangig en door de schuldenaar ingesteld is, wordt het geding ten verzoeke van de verweerder geschorst, ten einde deze gelegenheid te geven, binnen een door de rechter te bepalen termijn, de curator tot overneming van het geding op te roepen. zo deze aan die oproeping geen gevolg geeft, heeft de verweerder het recht ontslag van de instantie te vragen; bij gebreke daarvan kan het geding tussen de gefailleerde en de verweerder worden voortgezet, buiten bezwaar van de boedel. ook zonder opgeroepen te zijn, is de curator bevoegd het proces te allen tijde over te nemen en de gefailleerde buiten het geding te doen stellen.
DOC0070
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 28
null
indien de rechtsvordering tijdens de faillietverklaring aanhangig en tegen de schuldenaar ingesteld is, is de eiser bevoegd schorsing te verzoeken, ten einde, binnen een door de rechter te bepalen termijn, de curator in het geding te roepen. door zijn verschijning neemt deze het proces over en is de gefailleerde van rechtswege buiten het geding. indien de curator verschijnende dadelijk in de eis toestemt, zijn de proceskosten van de tegenpartij geen boedelschuld. zo de curator niet verschijnt, is op het tegen de gefailleerde te verkrijgen vonnis de bepaling van het tweede lid van artikel 25 niet toepasselijk.
DOC0071
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 29
null
voorzover tijdens de faillietverklaring aanhangige rechtsvorderingen voldoening ener verbintenis uit de boedel ten doel hebben, wordt het geding na de faillietverklaring geschorst, om alleen dan voortgezet te worden, indien de verificatie der vordering betwist wordt. in dit geval wordt hij, die de betwisting doet, in de plaats van de gefailleerde, partij in het geding.
DOC0072
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 30
null
indien vóór de faillietverklaring de stukken van het geding tot het geven van een beslissing aan de rechter zijn overgelegd, zijn het tweede lid van artikel 25 en de artikelen 27-29 niet toepasselijk. de artikelen 27-29 worden weer toepasselijk, indien het geding voor de rechter, bij wie het aanhangig is, ten gevolge van zijn beslissing wordt voortgezet.
DOC0073
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 31
null
indien een geding door of tegen de curator, of ook in het geval van artikel 29 tegen een schuldeiser wordt voortgezet, kan door de curator of door die schuldeiser de nietigheid worden ingeroepen van handelingen, door de schuldenaar vóór zijn faillietverklaring in het geding verricht, zo bewezen wordt dat deze door die handelingen de schuldeisers desbewust heeft benadeeld en dat dit aan zijn tegenpartij bekend was.
DOC0074
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 32
null
de artikelen 27 tot en met 31 zijn van overeenkomstige toepassing met betrekking tot rechtsvorderingen betreffende een goed of recht waarover de schuldenaar het beheer en de beschikking heeft verloren door de opening van een in nederland op grond van artikel 19 van de verordening, genoemd in artikel 5, derde lid, te erkennen insolventieprocedure.
DOC0075
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 33
null
het vonnis van faillietverklaring heeft ten gevolge, dat alle gerechtelijke tenuitvoerlegging op enig deel van het vermogen van de schuldenaar, vóór het faillissement aangevangen, dadelijk een einde neemt, en dat, ook van hetzelfde ogenblik af, geen vonnis bij lijfsdwang kan worden ten uitvoer gelegd. gelegde beslagen vervallen; de inschrijving van een desbetreffende verklaring van de rechter-commissaris machtigt de bewaarder van de openbare registers tot doorhaling. het beslag herleeft, zodra het faillissement een einde neemt ten gevolge van vernietiging of opheffing van het faillissement, mits het goed dan nog tot de boedel behoort. indien de inschrijving van het beslag in de openbare registers is doorgehaald, vervalt de herleving, indien niet binnen veertien dagen na de herleving een exploot is ingeschreven, waarbij van de herleving mededeling aan de schuldenaar is gedaan. indien de schuldenaar zich in gijzeling bevindt, wordt hij ontslagen, zodra het vonnis van faillietverklaring in kracht van gewijsde is gegaan,
DOC0076
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 33
null
behoudens toepassing van artikel 87. het bepaalde bij dit artikel geldt niet voor lijfsdwang bij vonnissen, beschikkingen en authentieke akten, waarbij een uitkering tot levensonderhoud, krachtens het boek 1 van het burgerlijk wetboek verschuldigd, daaronder begrepen het verschuldigde voor verzorging en opvoeding van een minderjarige en voor levensonderhoud en studie van een meerderjarige die de leeftijd van een en twintig jaren niet heeft bereikt, is bevolen of toegezegd, alsmede beschikkingen, waarbij een uitkering, krachtens artikel 85 lid 2 van boek 1 van het burgerlijk wetboek door de ene partner aan de andere partner verschuldigd, is bevolen, alsmede besluiten op grond van paragraaf 6.5 van de participatiewet.
DOC0077
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 33a
null
vervallen
DOC0078
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 34
null
indien vóór het faillissement van de schuldenaar de uitwinning zijner goederen zo ver was gevorderd, dat de dag van de verkoop reeds was bepaald, kan de curator, op machtiging van de rechter-commissaris, de verkoop voor rekening van de boedel laten voortgaan.
DOC0079
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 35
null
indien op de dag van de faillietverklaring nog niet alle handelingen die voor een levering door de schuldenaar nodig zijn, hebben plaatsgevonden, kan de levering niet geldig meer geschieden. heeft de schuldenaar voor de dag van de faillietverklaring een toekomstig goed bij voorbaat geleverd, dan valt dit goed, indien het eerst na de aanvang van die dag door hem is verkregen, in de boedel, tenzij het gaat om nog te velde staande vruchten of beplantingen die reeds voor de faillietverklaring uit hoofde van een zakelijk recht of een huur- of pachtovereenkomst aan de schuldenaar toekwamen. voor de toepassing van de artikelen 86 en 238 van boek 3 van het burgerlijk wetboek wordt degene die van de schuldenaar heeft verkregen, geacht na de bekendmaking van de faillietverklaring, bedoeld in artikel 14, derde lid, diens onbevoegdheid te hebben gekend.
DOC0080
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 35a
null
indien een beding als bedoeld in artikel 252 van boek 6 van het burgerlijk wetboek op de dag van de faillietverklaring nog niet in de openbare registers was ingeschreven, kan de curator het registergoed ten aanzien waarvan het is gemaakt, vrij van het beding overeenkomstig de artikelen 101 of 176 verkopen.
DOC0081
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 35b
null
aan een gift, door de schuldenaar gedaan onder een opschortende voorwaarde of een opschortende tijdsbepaling, die op de dag van de faillietverklaring nog niet was vervuld of verschenen, kan de begiftigde generlei recht tegen de boedel ontlenen.
DOC0082
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 36
null
wanneer een verjaringstermijn betreffende een rechtsvordering, als bedoeld in artikel 26, zou aflopen gedurende het faillissement of binnen zes maanden na het einde daarvan, loopt de termijn voort totdat zes maanden na het einde van het faillissement zijn verstreken. het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op van rechtswege aanvangende vervaltermijnen.
DOC0083
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 36a
null
wanneer een termijn die vóór de faillietverklaring uit hoofde van artikel 55, tweede lid, van boek 3 of artikel 88 van boek 6 van het burgerlijk wetboek aan de schuldenaar was gesteld, ten tijde van de faillietverklaring nog niet was verstreken, loopt de termijn voort voorzover dit redelijkerwijze noodzakelijk is om de curator in staat te stellen zijn standpunt te bepalen. de wederpartij kan de curator daartoe een nieuwe redelijke termijn stellen.
DOC0084
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 37
null
indien een wederkerige overeenkomst ten tijde van de faillietverklaring zowel door de schuldenaar als door zijn wederpartij in het geheel niet of slechts gedeeltelijk is nagekomen en de curator zich niet binnen een hem daartoe schriftelijk door de wederpartij gestelde redelijke termijn bereid verklaart de overeenkomst gestand te doen, verliest de curator het recht zijnerzijds nakoming van de overeenkomst te vorderen. indien de curator zich wel tot nakoming van de overeenkomst bereid verklaart, is hij verplicht bij die verklaring voor deze nakoming zekerheid te stellen. de vorige leden zijn niet van toepassing op overeenkomsten waarbij de gefailleerde slechts verbintenissen op zich heeft genomen tot door hem persoonlijk te verrichten handelingen.
DOC0085
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 37a
null
voor vorderingen die de wederpartij uit hoofde van ontbinding of vernietiging van een vóór de faillietverklaring met de schuldenaar gesloten overeenkomst op deze heeft verkregen, of die strekken tot schadevergoeding ter zake van tekortschieten in de nakoming van een vóór de faillietverklaring op deze verkregen vordering, kan zij als concurrent schuldeiser in het faillissement opkomen.
DOC0086
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 37b
null
een wederpartij is niet bevoegd de nakoming van zijn verbintenis die voortvloeit uit een overeenkomst tot het geregeld afleveren van gas, water, elektriciteit of verwarming, benodigd voor de eerste levensbehoeften of voor het voortzetten van de door de schuldenaar gedreven onderneming, jegens de schuldenaar op te schorten wegens het door de schuldenaar niet nakomen van een vóór de faillietverklaring ontstane verbintenis tot betaling van een geldsom. een tekortkoming door de schuldenaar in de nakoming van een verbintenis als in het eerste lid bedoeld, die plaatsvond vóór de faillietverklaring, levert geen grond op voor ontbinding van een overeenkomst als bedoeld in het eerste lid. een beroep door de wederpartij op een beding dat het faillissement, de aanvraag van het faillissement of het leggen van beslag door een derde grond oplevert voor ontbinding van een overeenkomst als bedoeld in het eerste lid, dan wel dat die overeenkomst daardoor van rechtswege zal zijn
DOC0087
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 37b
null
ontbonden, is slechts toegelaten met goedvinden van de curator.
DOC0088
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 38
null
indien in het geval van artikel 37 de levering van waren, die ter beurze op termijn worden verhandeld, bedongen is tegen een vastgesteld tijdstip of binnen een bepaalde termijn, en dit tijdstip invalt of die termijn verstrijkt na de faillietverklaring, wordt de overeenkomst door de faillietverklaring ontbonden en kan de wederpartij van de gefailleerde zonder meer voor schadevergoeding als concurrent schuldeiser opkomen. lijdt de boedel door de ontbinding schade, dan is de wederpartij verplicht deze te vergoeden.
DOC0089
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 38a
null
indien de gefailleerde huurkoper is, kan zowel de curator als de verkoper de huurkoop dan wel scheepshuurkoop ontbonden verklaren. deze ontbinding heeft dezelfde gevolgen als ontbinding der overeenkomst wegens het niet nakomen door de koper van zijn verplichtingen. de verkoper kan voor het hem verschuldigde bedrag als concurrent schuldeiser opkomen.
DOC0090
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 39
null
indien de gefailleerde huurder is, kan zowel de curator als de verhuurder de huur tussentijds doen eindigen, mits de opzegging geschiede tegen een tijdstip, waarop dergelijke overeenkomsten naar plaatselijk gebruik eindigen. bovendien moet bij de opzegging de daarvoor overeengekomen of gebruikelijke termijn in acht genomen worden, met dien verstande echter, dat een termijn van drie maanden in elk geval voldoende zal zijn. zijn er huurpenningen vooruitbetaald, dan kan de huur niet eerder opgezegd worden, dan tegen de dag, waarop de termijn, waarvoor vooruitbetaling heeft plaats gehad, eindigt. van de dag der faillietverklaring af is de huurprijs boedelschuld. indien de gefailleerde pachter is, vindt het bovenstaande overeenkomstige toepassing.
DOC0091
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 40
null
werknemers in dienst van de gefailleerde kunnen de arbeidsovereenkomst opzeggen en hun kan wederkerig door de curator de arbeidsovereenkomst worden opgezegd, en wel met inachtneming van de overeengekomen of wettelijke termijnen, met dien verstande echter dat in elk geval de arbeidsovereenkomst kan worden opgezegd met een termijn van zes weken. van de dag der faillietverklaring af zijn het loon en de met de arbeidsovereenkomst samenhangende premieschulden boedelschuld. dit artikel is van overeenkomstige toepassing op agentuurovereenkomsten.
DOC0092
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 41
null
erfenissen, gedurende het faillissement aan de gefailleerde opkomende, worden door de curator niet anders aanvaard dan onder voorrecht van boedelbeschrijving. tot het verwerpen ener nalatenschap behoeft de curator machtiging van de rechter-commissaris.
DOC0093
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 42
null
de curator kan ten behoeve van de boedel elke rechtshandeling die de schuldenaar vóór de faillietverklaring onverplicht heeft verricht en waarvan deze bij dit verrichten wist of behoorde te weten dat daarvan benadeling van de schuldeisers het gevolg zou zijn, door een buitengerechtelijke verklaring vernietigen. artikel 50, tweede lid, van boek 3 van het burgerlijk wetboek is niet van toepassing. een rechtshandeling anders dan om niet, die hetzij meerzijdig is, hetzij eenzijdig en tot een of meer bepaalde personen gericht, kan wegens benadeling slechts worden vernietigd, indien ook degenen met of jegens wie de schuldenaar de rechtshandeling verrichtte, wisten of behoorden te weten dat daarvan benadeling van de schuldeisers het gevolg zou zijn. wordt een rechtshandeling om niet wegens benadeling vernietigd, dan heeft de vernietiging ten aanzien van de bevoordeelde, die wist noch behoorde te weten dat van de rechtshandeling benadeling van de schuldeisers het gevolg zou zijn, geen werking,
DOC0094
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 42
null
voorzover hij aantoont dat hij ten tijde van de faillietverklaring niet ten gevolge van de rechtshandeling gebaat was.
DOC0095
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 42a
null
een rechtshandeling die is verricht nadat de schuldenaar ter griffie van de rechtbank een verklaring heeft gedeponeerd als bedoeld in artikel 370, derde lid, of nadat er overeenkomstig artikel 371 door de rechtbank een herstructureringsdeskundige is aangewezen, kan niet met een beroep op het vorige artikel worden vernietigd, als de rechter op verzoek van de schuldenaar voor die rechtshandeling een machtiging heeft afgegeven. de rechter honoreert dit verzoek als op het moment dat de machtiging wordt verstrekt redelijkerwijs valt aan te nemen dat: het verrichten van de rechtshandeling noodzakelijk is om: de door de schuldenaar gedreven onderneming tijdens de voorbereiding van een akkoord als bedoeld in de artikelen genoemd in de aanhef te kunnen blijven voortzetten, of een akkoord als bedoeld in de artikelen genoemd in de aanhef te kunnen voorbereiden, in stemming te kunnen brengen of overeenkomstig artikel 384 door de rechtbank te kunnen laten homologeren, en de belangen
DOC0096
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 42a
null
van de gezamenlijke schuldeisers van de schuldenaar bij deze rechtshandeling gediend zijn, terwijl geen van de individuele schuldeisers daardoor wezenlijk in zijn belangen wordt geschaad. de artikelen 369, zevende tot en met tiende lid, en 371, tweede lid, eerste, tweede en vijfde zin, en veertiende lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
DOC0097
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 43
null
indien de rechtshandeling waardoor de schuldeisers zijn benadeeld, is verricht binnen een jaar voor de faillietverklaring en de schuldenaar zich niet reeds voor de aanvang van die termijn daartoe had verplicht, wordt de aan het slot van artikel 42, eerste lid, eerste zin, bedoelde wetenschap, behoudens tegenbewijs, vermoed aan beide zijden te bestaan: bij overeenkomsten, waarbij de waarde der verbintenis aan de zijde van de schuldenaar aanmerkelijk die der verbintenis aan de andere zijde overtreft; bij rechtshandelingen ter voldoening van of zekerheidstelling voor een niet opeisbare schuld; bij rechtshandelingen, door de schuldenaar die een natuurlijk persoon is, verricht met of jegens: zijn echtgenoot, zijn pleegkind of een bloed- of aanverwant tot in de derde graad; een rechtspersoon waarin hij, zijn echtgenoot, zijn pleegkind of een bloed- of aanverwant tot in de derde graad bestuurder of commissaris is, dan wel waarin deze personen, afzonderlijk of tezamen, als aandeelhouder rechtstreeks of middellijk
DOC0098
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 43
null
voor ten minste de helft van het geplaatste kapitaal deelnemen; bij rechtshandelingen, door de schuldenaar die rechtspersoon is, verricht met of jegens een natuurlijk persoon, die bestuurder of commissaris van de rechtspersoon is, dan wel met of jegens diens echtgenoot, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de derde graad: die al dan niet tezamen met zijn echtgenoot, zijn pleegkinderen en zijn bloed- of aanverwanten tot in de derde graad, als aandeelhouder rechtstreeks of middellijk voor ten minste de helft van het geplaatste kapitaal deelneemt; wiens echtgenoot, pleegkinderen of bloed- of aanverwanten tot in de derde graad, afzonderlijk of tezamen, als aandeelhouder rechtstreeks of middellijk voor tenminste de helft van het geplaatste kapitaal deelnemen; bij rechtshandelingen, door de schuldenaar die rechtspersoon is, verricht met of jegens een andere rechtspersoon, indien een van deze rechtspersonen bestuurder is van de andere; een bestuurder, natuurlijk persoon, van een van deze rechtspersonen, of diens
DOC0099
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 43
null
echtgenoot, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de derde graad, bestuurder is van de andere; een bestuurder, natuurlijk persoon, of een commissaris van een van deze rechtspersonen, of diens echtgenoot, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de derde graad, afzonderlijk of tezamen, als aandeelhouder rechtstreeks of middellijk voor ten minste de helft van het geplaatste kapitaal deelneemt in de andere; in beide rechtspersonen voor ten minste de helft van het geplaatste kapitaal rechtstreeks of middellijk wordt deelgenomen door dezelfde rechtspersoon, dan wel dezelfde natuurlijke persoon, al dan niet tezamen met zijn echtgenoot, zijn pleegkinderen en zijn bloed- of aanverwanten tot in de derde graad; bij rechtshandelingen, door de schuldenaar die rechtspersoon is, verricht met of jegens een groepsmaatschappij. met een echtgenoot wordt een geregistreerde partner of een andere levensgezel gelijkgesteld. onder pleegkind wordt verstaan hij die duurzaam als eigen kind is verzorgd en opgevoed. onder bestuurder, commissaris of
DOC0100
BWBR0001860
Faillissementswet
TiteldeelI
null
null
null
null
null
null
null
Artikel 43
null
aandeelhouder wordt mede verstaan hij die minder dan een jaar vóór de rechtshandeling bestuurder, commissaris of aandeelhouder is geweest. indien de bestuurder van een rechtspersoon-bestuurder zelf een rechtspersoon is, wordt deze rechtspersoon met de rechtspersoon-bestuurder gelijkgesteld. artikel 138, tiende lid, van boek 2 van het burgerlijk wetboek is van toepassing ingeval de schuldenaar een rechtspersoon is.
End of preview. Expand in Data Studio

This dataset consists of Dutch legislative articles, with queries formulated based on subordinating conjunctions.

Citation Information

If you find our paper, benchmark or models helpful, please consider cite as follows:

@misc{banar2025mtebnle5nlembeddingbenchmark,
      title={MTEB-NL and E5-NL: Embedding Benchmark and Models for Dutch}, 
      author={Nikolay Banar and Ehsan Lotfi and Jens Van Nooten and Cristina Arhiliuc and Marija Kliocaite and Walter Daelemans},
      year={2025},
      eprint={2509.12340},
      archivePrefix={arXiv},
      primaryClass={cs.CL},
      url={https://arxiv.org/abs/2509.12340}, 
}

The data source:

@inproceedings{redelaar-etal-2024-attributed,
    title = "Attributed Question Answering for Preconditions in the {D}utch Law",
    author = "Redelaar, Felicia  and
      Van Drie, Romy  and
      Verberne, Suzan  and
      De Boer, Maaike",
    editor = "Aletras, Nikolaos  and
      Chalkidis, Ilias  and
      Barrett, Leslie  and
      Goanț{\u{a}}, C{\u{a}}t{\u{a}}lina  and
      Preoțiuc-Pietro, Daniel  and
      Spanakis, Gerasimos",
    booktitle = "Proceedings of the Natural Legal Language Processing Workshop 2024",
    month = nov,
    year = "2024",
    address = "Miami, FL, USA",
    publisher = "Association for Computational Linguistics",
    url = "https://aclanthology.org/2024.nllp-1.12/",
    doi = "10.18653/v1/2024.nllp-1.12",
    pages = "154--165",
}
Downloads last month
41

Collection including clips/mteb-nl-legalqa